Oud brood en chocomelk
28 juli 2022
Tessa Nagels werkt als individueel begeleider bij Belle Hulpverlening. Met haar blog geeft ze een kijkje in de keuken van haar bijzondere werk.Bij Belle werken we met zeer diverse mensen. Soms kunnen we iemand snel helpen en zijn we daarna gelukkig overbodig. En soms gaat het niet zo gemakkelijk als we zouden wensen. Met creativiteit, humor en simpelweg doorzetten, proberen we dan toch de juiste zorg te vinden.
Jullie naaien me!
Lang, slungelig en met een hoodie over zijn blonde hoofd getrokken staat hij voor me. Ik zie maar een klein stukje van zijn gezicht, toch is duidelijk dat Mark* boos is. Heel boos. Zijn ogen vlammen. “Jullie naaien me! Jullie zijn klootzakken! Ik maak jullie dood!” Hij maait in het wilde weg met zijn armen en ik zie vanuit mijn ooghoeken de receptioniste en een toegesnelde collega gespannen meekijken.
Ja, lekker
We staan net voorbij de hoofdingang van het kantoor, waar Mark zich gemeld heeft omdat hij me wil spreken. Toen hij me zag, barstte hij los. Ik krijg er geen woord tussen en probeer het na een paar pogingen ook maar even niet meer. Na een bijzonder lange zin met voor mij onsamenhangende verwensingen, moet hij even ademhalen. Ik grijp mijn kans: “Hé Mark, wil je chocomelk?” Ik hoor zelf hoe belachelijk dit klinkt nadat ik net uitgescholden ben. Mark’s ogen knipperen. Het is heerlijk stil. “Ja, lekker”, zegt hij dan enigszins verrast.
Rust, wandelen en paarden
We kennen de lange, blonde Mark alweer een paar maanden. Je zou het zo niet zeggen, maar hij is eigenlijk een verlegen man van 20 jaar. Hij houdt van rust, wandelen en paarden. Hij houdt absoluut niet van drukte, zowel niet om zich heen als in zijn hoofd. Helaas is het steeds vaker een komen en gaan van nare gedachten in zijn hoofd. Hij hoort stemmen van mensen die hem dingen vertellen die hij niet wil herhalen. “Ze zeggen slechte dingen”, legde hij een keer uit, “Ik kan het niet hardop zeggen. Dan word jij verdrietig.”
Psychisch kwetsbaar
Helaas hebben de stemmen hem de laatste weken wijsgemaakt dat zijn psychiater een demon is. Een demon wil hij niet zien, de warme chocomel uit onze automaat lonkt gelukkig wel. Daarom staat hij steeds vaker onaangekondigd aan de deur. Meestal moet hij eerst zijn verhaal en spanning kwijt en dat lukt door hard te roepen en te schelden. Chocomelk is natuurlijk lekker, maar eigenlijk gun ik Mark een behandeling binnen de GGZ. Voor zijn psychische kwetsbaarheid en ook om de traumatische ervaringen te verwerken die hem het afgelopen jaar zijn overkomen. Want dat Mark kwetsbaar is en eenzaam, zien helaas ook mensen met minder goede bedoelingen. En zo meldde de zedenpolitie hem uiteindelijk bij Belle aan.
Geen paarden maar hertjes
Met een dampende beker in onze handen gaan we buiten wandelen. Bij de lokale kinderboerderij hebben ze helaas geen paarden, maar de hertjes zijn ook leuk om naar te kijken. Mark vertelt hoe zijn week was. Tussen de regels door hoor ik zijn eenzaamheid en angst. Ik hoor over een gebroken nacht door een autoalarm dat afging op straat. Mark dacht dat de demonen kwamen om hem te halen. Hij wilde hulp, maar had niemand om te bellen. Diezelfde nacht trok hij uit pure wanhoop zijn wastafel van de muur. Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe bang hij geweest moet zijn. Af en toe verheft hij zijn stem weer en ik zie een moeder zich met haar peuter haastig uit de voeten maken. Als ik wijs op de hertjes en zeg dat zij niet tegen lawaai kunnen, stopt hij gelijk. “Sorry”, fluistert hij ze toe.
Samen dieren voeren
Ik neem me voor zijn psychiater uit te nodigen op de kinderboerderij. Samen met de dieren en een gevulde thermosfles kan dat Mark hopelijk overtuigen van de goede bedoelingen van de GGZ. Zou ik de psychiater kunnen vragen oud brood mee te nemen om de dieren samen te voeren? Ik glimlach in mezelf, misschien draaf ik nou door. Ik neem het zelf wel mee.
* Mark is niet de echte naam van onze cliënt.